Juridische termen in heldere taal uitgelegd door onze advocaat omgevingsrecht.

De laatste jaren is de ‘bestuurlijke boete’ in het bestuursrecht in opmars. Een bestuurlijke boete is net als de ‘last onder dwangsom’ en de ‘last onder bestuursdwang’ een middel voor overheidsorganen om handhavend op te treden. Maar wat is een bestuurlijke boete precies? En wat kun je doen als een bestuurlijke boete aan je wordt opgelegd? Advocaat bestuursrecht Bart van Hoof van IJzer Advocaten Nijmegen legt het uit.

Wat is een bestuurlijke boete?

Een bestuurlijke boete is een bestraffende sanctie. Een bestuurlijke boete kan aan een burger of bedrijf worden opgelegd vanwege een onrechtmatige of illegale situatie. Sprake dient te zijn van de overtreding van een wettelijk voorschrift (of meerdere wettelijke voorschriften). Een bestuurlijke boete kan worden opgelegd door een overheidsinstantie/bestuursorgaan. Het overheidsorgaan is dan van oordeel dat sprake is van een onrechtmatige situatie die bestraffing verdient. Het besluit tot de oplegging van een bestuurlijke boete heeft tot gevolg dat de burger of het bedrijf aan wie de boete is opgelegd, een geldboete dient te betalen.

Wanneer kan een bestuurlijke boete worden opgelegd?

Een overheidsorgaan is bevoegd om een bestuurlijke boete op te leggen als sprake is van de overtreding van een wettelijk voorschrift (of meerdere wettelijke voorschriften) en in de toepasselijke wet- en regelgeving is bepaald dát voor het overtreden voorschrift een bestuurlijke boete kan worden opgelegd. Voor een bestuurlijke boete dient dus op twee manieren een juridische basis in de wet gevonden te kunnen worden, namelijk:

1) er dient een norm/voorschrift te zijn overtreden die in een wet is vastgelegd en

2) in de wet dient te zijn vastgelegd dat de overtreding van deze norm of dit voorschrift kan worden bestraft met een bestuurlijke boete.

De oplegging van een bestuurlijke boete is een vorm van handhavend optreden. Bestuursorganen zijn bij de uitoefening van hun handhavingsbevoegdheden als uitgangspunt gebonden aan het handhavingsbeleid (vaak VTH-beleid genoemd) dat zij hiervoor dienen te hebben vastgesteld. In het handhavingsbeleid kan zijn bepaald op welke wijze het bevoegd gezag handhavend zal optreden bij de constatering van een overtreding. Een voorbeeld kan zijn de beleidsregel dat bij de illegale bewoning van een recreatiewoning gehandhaafd wordt met een last onder dwangsom, en niet met een bestuurlijke boete. In zo’n geval mag het overheidsorgaan níet (direct) een bestuurlijke boete opleggen, maar dient zij conform haar beleid te beginnen met een last onder dwangsom. In gevallen als deze kan dus niet (direct) een bestuurlijke boete worden opgelegd. Maar let op: de handhavend overheid mág in bepaalde gevallen van haar VTH-beleid afwijken. Als het bevoegd gezag kan motiveren/onderbouwen dat in dít specifieke geval een bestuurlijke boete redelijk en gerechtvaardigd is, dan hoeft het handhavingsbeleid aan de geldboete niet in de weg te staan.

Wanneer kan níet een bestuurlijke boete worden opgelegd?

Ondanks het bestaan van een illegale of onrechtmatige situatie, kan het bevoegd gezag in bepaalde gevallen (toch) níet handhaven met een bestuurlijke boete. Een voorbeeld hiervan is de hiervoor omschreven situatie, waarin het eigen handhavingsbeleid hieraan (tijdelijk) in de weg staat.

Een ander geval kan zijn dat het bestuursorgaan voorwaardelijk zou willen handhaven, dus een bestuurlijke boete zou willen opleggen als niet binnen een bepaalde termijn aan een of meer voorwaarden is voldaan. In gevallen als deze dient men te handhaven met een last onder dwangsom, en níet met een bestuurlijke boete. Een bestuurlijke boete kan enkel strekken tot de onvoorwaardelijke betaling van een geldboete, terwijl bij een last onder dwangsom pas een geldbedrag dient te worden voldaan als niet voldaan is aan een of meer voorwaarden.

De oplegging van een bestuurlijke boete is ook niet mogelijk als tegen de overtreder al vanwege dezelfde gedraging/overtreding via het strafrecht wordt opgetreden. Ook het herhaaldelijk opleggen van  bestuurlijke boeten voor dezelfde overtreding is niet mogelijk. Het vrij bekende ‘ne bis in idem’-beginsel staat hieraan in de weg. Dit beginsel (“niet twee keer voor hetzelfde”) is onder meer terug te vinden in het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

De bevoegdheid van een overheidsinstantie om een bestuurlijke boete op te leggen kan daarnaast vanwege tijdsverloop vervallen. Strikt genomen is hier geen sprake van verjaring (maar van ‘verval’ van bevoegdheid), maar deze rechtsfiguur heeft wel de kenmerken die passen bij verjaring. Als uitgangspunt geldt dat de bevoegdheid van het bevoegd gezag om een bestuurlijke boete op te leggen vervalt vijf jaar nadat de overtreding heeft plaatsgevonden als een bestuurlijke boete van meer dan € 340 kan worden opgelegd, en drie jaar als een bestuurlijke boete tot dit bedrag kan worden opgelegd.

Er kunnen meer gevallen dan deze zijn waarin een bestuurlijke boete niet (meer) kan worden opgelegd. Deze opsomming is dus niet noodzakelijk volledig. Laat u zich in uw specifieke geval goed adviseren door een advocaat of jurist.

Wie kan een bestuurlijke boete opleggen?

Een bestuurlijke boete kan worden opgelegd door diverse overheidsorganen. Vrijwel altijd gaat het om de uitvoerende organen van een openbaar lichaam zoals een gemeente (College van B&W), een provincie (Gedeputeerde Staten) of de staat (een minister). Ook andere overheidsinstanties kunnen in bepaalde gevallen een bestuurlijke boete opleggen. Voor álle organen die een bestuurlijke boete op (willen) leggen geldt dat een bevoegdheid hiertoe in de wet vastgelegd dient te zijn. Is de bevoegdheid niet in de wet vastgelegd, dan kan het orgaan geen bestuurlijke boete opleggen. In situaties die van doen hebben met ruimtelijke ordening, het omgevingsrecht en/of de fysieke leefomgeving kan een bestuurlijke boete ook worden opgelegd door een regionale omgevingsdienst. Formeel-juridisch legt deze omgevingsdienst dan niet zelfstandig de boete op, maar doet zij dit namens een gemeente (burgemeester en wethouders) of een provincie (Gedeputeerde Staten).

Dwangsom, bestuursdwang of bestuurlijke boete?

Eerder werd al aangegeven dat de ‘bestuurlijke boete’ net als de ‘last onder dwangsom’ en de ‘last onder bestuursdwang’ een handhavingsinstrument is. Een belangrijk verschil tussen de bestuurlijke boete en de andere twee instrumenten is dat de bestuurlijke boete een bestraffende sanctie is, dus gericht is op bestraffing/leedtoevoeging, terwijl de last onder bestuursdwang en dwangsom herstelsancties zijn, dus gericht op herstel.

Dit verschil in voorwaardelijkheid en onvoorwaardelijkheid wordt in de praktijk al snel duidelijk. Als een last onder dwangsom of bestuursdwang wordt opgelegd, krijgt de overtreder van de overheid nog een bepaalde termijn om de overtreding te beëindigen. Pas als de overtreding niet (op tijd) beëindigd wordt, treedt het gevolg in (uitoefening van bestuursdwang of betaling van een dwangsom). Deze handhavingsinstrumenten hebben dus een voorwaardelijkheid in zich. Bij de oplegging van een bestuurlijke boete dient de overtreder onvoorwaardelijk een geldboete te betalen. De overtreder kan dus niet meer onder de betaling van de boete uitkomen door de overtreding (alsnog) te beëindigen.

Wat kan ik doen tegen een bestuurlijke boete?

Voordat een bestuurlijke boete mag worden opgelegd, dient het handhavende overheidsorgaan de betrokkene eerst van een voornemen hiertoe op de hoogte te stellen. De bestuurlijke boete moet dus eerst vooraf worden aangekondigd. Deze aankondiging wordt ook wel een ‘voornemen’ of ‘vooraankondiging’ genoemd. In die brief wordt meestal aangegeven waarom het bestuursorgaan van mening is dat sprake is van een onrechtmatig/illegale situatie, welke wet- en regelgeving van toepassing is en waarom men voornemens is hiervoor een bestuurlijke boete op te leggen. Ook wordt u in deze brief de gelegenheid geboden om een ‘zienswijze’ in te dienen tegen het voornemen tot oplegging van een bestuurlijke boete. Een zienswijze kan schriftelijk of mondeling worden ingediend en houdt in dat u uw mening over het voornemen kenbaar kan maken.

Advocaat – Zienswijze bestuurlijke boete

Bent u het niet eens met het voornemen bestuurlijke boete? Dan is het belangrijk dat u direct actie onderneemt. Dit doet u door tijdig een zienswijze in te dienen, of te laten indienen. In de meeste gevallen is het verstandig u daarbij te laten adviseren of bijstaan door een in bestuurlijke boeten/handhaving gespecialiseerde advocaat, of de zienswijze door de advocaat op te laten stellen. Op het moment dat u de zienswijze indient, is namelijk nog niet definitief besloten of daadwerkelijk boete zal worden opgelegd. U kan samen met uw advocaat de zienswijze gebruiken om het bestuursorgaan ervan te overtuigen dat geen sprake is van een onrechtmatige/illegale situatie of dat een bestuurlijke boete in dit geval niet redelijk is. Kortom, tijdige actie kan veel toekomstige problemen voorkomen.

Bezwaar maken tegen bestuurlijke boete

Kiest het bevoegd gezag er toch voor aan u of uw bedrijf een boete op te leggen? Dan blijft het belangrijk alert te blijven en actie te blijven ondernemen. U heeft ook dan nog verschillende opties. U kunt er uiteraard voor kiezen om de bestuurlijke boete te betalen. Maar wanneer u het niet eens bent met de boete, kunt u hiertegen bezwaar maken. Let er op dat u op tijd bezwaar maakt, omdat een bezwaar dat wordt ingediend ná de bezwaartermijn normaal gesproken niet-ontvankelijk zal worden verklaard. Dit houdt in dat het bezwaar zonder inhoudelijke behandeling wordt afgewezen. De bestuurlijke boete wordt hierdoor juridisch definitief en onaantastbaar. In de meeste gevallen is de bezwaartermijn 6 weken, maar deze termijn kan in sommige gevallen anders zijn. Laat u daarom na de ontvangst van een brief met een bestuurlijke boete op tijd (het liefst direct) adviseren.

In de bezwaarprocedure kan, afhankelijk van uw situatie, vaak nog een prima resultaat worden bereikt. Een bestuurlijke boete moet uit het oogpunt van rechtsbescherming van de burger namelijk aan meerdere, vrij strenge, voorwaarden voldoen. Als de boete hier niet aan voldoet, kan het zo zijn dat het besluit waarbij de bestuurlijke boete is opgelegd in de bezwaarprocedure herroepen wordt. In de bezwaarprocedure neemt de overheid haar eigen besluit in heroverweging.

Beroep instellen advocaat

Blijft de bestuurlijke boete ook na de bezwaarfase in stand? Of bent u het om andere redenen niet eens met de beslissing op bezwaar? Dan kunt u beroep instellen bij de bestuursrechter. Let er ook hier op dat u op tijd beroep instelt, omdat ook voor het instellen van beroep een fatale termijn van meestal 6 weken geldt. U bent als burger of bedrijf niet verplicht zich in beroep bij te laten staan door een advocaat of jurist. U mag dus uw eigen verdediging voeren. Maar wij raden het in veel gevallen wel aan u bij te laten staan door een advocaat, omdat een bestuurlijke boete in veel gevallen juridisch complex is en goede resultaten vaak gebaseerd zijn op juridische argumentatie.

Advocatenkantoor bestuurlijke boete

Bij IJzer Advocaten in Nijmegen hebben we een ruime ervaring met handhavingszaken. We adviseren en procederen veel bij zienswijzen, en bij bezwaar- en beroepsprocedures tegen bijvoorbeeld lasten onder dwangsom, lasten onder bestuursdwang en bestuurlijke boeten. Wij werken efficiënt. Als het mogelijk is en als uw zaak zich ervoor leent, klimmen we niet direct in de pen, maar proberen we eerst om met de betrokken overheidsinstantie tot een acceptabele oplossing te komen. Lukt dat niet, of niet direct? Dan stellen we eerst uw rechten veilig en bespreken we vervolgens of het opstarten van een bezwaar- of beroepsprocedure zinvol is. In veel gevallen bereiken we zo in een vroeg stadium en op efficiënte wijze een goed resultaat.

Mocht u naar aanleiding van dit blog vragen hebben, neemt u dan gerust contact op met Bart van Hoof, advocaat bestuursrecht/handhaving. U kunt mij telefonisch bereiken via 024 – 30 30 365 of 06 – 41 56 51 34. U kunt mij per e-mail bereiken via bart@ijzeradvocaten.nl